vrijdag 2 oktober 2009

Extreem zonnetje op glas




Korstmossen zijn alleen al intrigerend door het schijnbare gemak waarmee ze de meest extreme milieus weten te koloniseren. Bomen, stenen en kale grond vormen de belangrijkste substraten waarop lichenen zich vestigen, maar eigenlijk is er vrijwel niets op aarde wat van hen gevrijwaard blijft. Ook alles wat de mens schept, vormt voor korstmossen een potentieel substraat. Oude schoenen of een bij een militaire oefening achtergelaten legerhemd op de hei. Een autowrak op een erf of een kinderzitje van een reeds lang niet meer bereden fiets in hartje Amsterdam. De koperen letters op een grafsteen of zwaar vervuilde metaalslakken op een fabrieksterrein. Vroeger zelfs menselijke schedels die rondslingerden op oude begraafplaatsen... Plastic, leer, ijzer, touw, en glas. Zoals dit prachtige Zonnetjesschildmos (Xanthoparmelia mougeotii) op een scherf van een groen bierflesje. Een bezoeker bij een stuwmeer in de Franse Languedoc gooide zijn bierflesje achteloos weg in de hei, niet wetende dat het jaren later de natuur toch ten goede zou komen. Xanthoparmelia is een liefhebber van droge en warme omstandigheden, en op zo'n glasscherf is het natuurlijk vaak bijzonder droog en heet. Het zonnetje (het is niet meer dan een centimeter in doorsnee) zit als met superlijm vastgehecht op het glas. Dankzij het doorzichtige glas kan nu ook eens de onderzijde van een korstmos goed bekeken worden. Dan zie je dat de talloze rhizinen, minieme wortelachtige organen (zichtbaar als de zwarte punten) dit korstmos aan het gladde glas plakken. Bovendien schijnen bepaalde chemische stoffen in een korstmos een heel dun laagje van het substraat te kunnen oplossen, zodat het zich daarin kan verankeren. Bij steen kan ik me dat wel voorstellen, maar bij glas? In ieder geval mag dit Zonnetjesschildmos een wonder van aanpassingsvermogen heten. En hoe weet het zich op zo'n superglad oppervlak vast te klampen. De foto laat twee verspreidingsmethoden van deze soort zien: de lichte bolletjes zijn soralen, orgaantjes die soredien produceren. Soredien bevatten zowel de schimmel als de alg van de soort, en regen en wind kunnen deze makkelijk naar een andere plek doen verhuizen. De scherf is na een tijdje natuurlijk vies geworden en er zijn vast ook algen op gekomen. Genoeg om zulke soredien houvast te bieden. Het linkerexemplaar heeft hier ook apothecien, weer andere organen die alleen sporen vormen. Deze twee zonnetjes kunnen zich dus op twee manieren naar andere scherven of stenen in de buurt vermeerderen. Apothecien zie je bij Xanthoparmelia mougeotii overigens zelden, dus blijkbaar hebben ze het hier wel naar hun zin, op dit in de zomer bloedhete glas. Deze soort schijnt zelfs een specifieke voorkeur te hebben voor glas. Geen aanbeveling om uw bierflesjes voortaan in de hei te deponeren, maar menselijk afval kan dus z'n nut hebben. Een troostende gedachte.